06 aug Zoektocht naar vrijheid: Blog 7, Hoor ik erbij?
Blog 7 is onderdeel van een reeks ervaringsverhalen (die ik maandelijks aan het delen ben) waarin mijn zoektocht naar vrijheid wordt beschreven. Mocht je meer ervaringsverhalen of mijn intentie waarom ik dit deel, willen lezen, ga dan naar mijn blogpagina op mijn website www.devrijekameleon.nl
Na mijn terugkomst uit België en het vertrek van mijn vriend ontving ik mijn diploma van de Middelbare Hotelschool. Bij mijn vader thuis (mijn vader en ‘stiefmoeder’) waren ze trots. Ondanks dat ze in eerste instantie mijn keuze lastig vonden. Mijn moeder was zelfs zo trots dat ze een verassingsfeestje bij haar thuis had georganiseerd. Zelfs mijn vader was door haar uitgenodigd. Voor mijn moeder was dat een enorme overwinning. Voor het eerst sinds de scheiding waren mijn ouders echt samen op een bijzondere gelegenheid. Eerder kwamen ze niet of apart van elkaar en zaten dan op een andere plek. Verjaardagen bijvoorbeeld moesten altijd apart van elkaar worden georganiseerd. Toen ik nog thuis woonde was dat nog te doen. Ik wist niet beter. Eenmaal op mezelf kreeg ik daar last van. Mijn moeder vond het altijd moeilijk om in mijn vader zijn omgeving te zijn. Ik had hierover dan ook veel discussies met haar. En nu had ze zichzelf voor mij opzij gezet. Ook mijn grootvader, de vader van mijn moeder en mijn beste vriendinnen waren erbij. Mijn ‘stiefmoeder’ besloot thuis te blijven. Zij zou alleen maar in de weg lopen, was haar veronderstelling. En ik denk dat ze gelijk had.
Angst er niet bij te horen
Ik werkte in dat jaar in twee hotels. Eerst in hotel bij Amsterdam Airport. Daar werd ik door een collega gevraagd mee te gaan naar een nieuw op te zetten hotel in Den Haag. Ik ging met ze mee. Toen ik daar een bijna een jaar werkte begon het mij te vervelen. Na alweer 10 jaar in de horeca te hebben gewerkt, was ik het altijd op mijn benen staan zat. Het directe contact met mensen vond ik leuk, maar het gaf mij niet genoeg uitdaging meer. Dit zou ik nooit mijn leven lang vol kunnen houden.
Precies op dat moment leerde ik een leuke jongen kennen. Hij studeerde bouwkunde aan een Hogeschool. Met zijn komst in mijn leven kreeg ik een rustiger bestaan. Dit was een relatie anders dan ik gewend was. Hij was serieus, vond mij leuk en steunde mij. Bovendien werd ik door hem helemaal niet afgeleid. We waren redelijk in balans. Hij stimuleerde mij zelfs stil te staan bij de vraag; ‘Wat wil ik?’ Het werken in de horeca leverde mij niet die verdieping op waar ik zo’n behoefte aan had. De Hogeschool leek voor mij altijd zo ver weg. Omdat ik nu een vriendje had die studeerde aan een Hogeschool stond die overtuiging opeens ter discussie. ‘Zou ik op een HBO kunnen studeren?’, ‘Hij was niet heel veel slimmer dan ik.’ Ik had zo vaak te horen gekregen dat ik het niet zou kunnen. Ik was altijd die middelmatige leerling die zich maar moeilijk kon concentreren. Ik liet mij vaak afleiden door mijn omgeving. Als het niet mijn omgeving was, dwaalde ik zelf met mijn gedachten af. Wat betreft schoolwerk was ik ook iemand die op de basisschool niet opviel of wilde opvallen. Ik hield er niet van in de klas dingen voor te doen, voor te lezen, spreekbeurten te houden en werkstukken te maken. Ik was onzeker en voelde mij extra onzeker als ik het gevoel had te worden beoordeeld. Terwijl ik mezelf wel graag op een podium liet zien. Als er dingen georganiseerd moesten worden of als we een uitje hadden. Ik was degene die daar het voortouw in nam.
Bij mijn vader thuis werd er vaak teleurgesteld gesproken over mijn mindere schoolprestaties. Of denigrerend over laag opgeleide mensen. Mijn ´stiefmoeder´ was daar, in mijn beleving, de grote drijvende kracht achter. Tot haar komst had mijn vader niet eens omgekeken naar mijn school. Sinds zij thuis de scepter zwaaide, werd dat een heel groot ding. Daarmee had ze natuurlijk de beste intentie. Ze wilde dat ik goed terecht zou komen. Mijn ouders en stiefmoeder waren alle drie hoger opgeleid. Mijn moeder had echter een aversie tegen het schoolsysteem en ik spiegelde mij zeker niet aan mijn vader en mijn ´stiefmoeder´. Er was voor mijn gevoel een enorme kloof tussen mijn wereld en de intellectuele wereld van hen. Ik was op straat groot geworden en in die ‘straatomgeving’ was eigenlijk niemand hoog opgeleid. In zo’n omgeving met lager opgeleide mensen voelde ik me juist thuis. Ik identificeerde mij met deze groep. Mijn hele leven met de hakken over de sloot en altijd onverschillig over schoolwerk. Ik had een minderwaardig zelfbeeld ontwikkeld en geloofde zelf ook dat ik niet kon studeren.
Een uitdaging
Na veel wikken en wegen besloot ik toch een HBO opleiding te gaan volgen, Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Die opleiding sloot het beste aan op mijn interesses en kwaliteiten. Toen ik dat besluit zelfstandig had genomen, deelde ik het bij mijn vader thuis. Ze waren niet enthousiast en maakten mij, vast onbedoeld, angstig en onzeker. ‘Ik had net mijn diploma en waarom nu zo’n ommezwaai?’ Misschien was de ongerustheid ook aanwezig omdat ik met deze keuze in mijn moeders voetsporen trad. Zij was ooit, in betere tijden, creatieve therapeute geweest. En daar raakte zij zichzelf kwijt. Zij begrepen helemaal niets van mijn moeder haar ‘zweverige’ wereld.
Het was best lastig dat ik niet werd aangemoedigd, maar ik volgde mijn gevoel. Omdat ik al fulltime bij het hotel werkte en geld nodig had om mijn vaste lasten te betalen, besloot ik een HBO deeltijd opleiding te volgen. Naast de opleiding moest ik verplicht relevant werk vinden. Ik solliciteerde bij een Geestelijke Gezondheid Zorg (GGZ) insteling. Ze waren erg enthousiast en ik werd meteen voor 32 uur aangenomen. Ik ging één dag in de week naar school. Ze namen zelfs de kosten van de opleiding voor hun rekening. Eerst keek ik een beetje de kat uit de boom, maar na het ontvangen van zoveel bevestiging begon ik steeds meer in mijn eigen kunnen te geloven. Mijn motivatie was enorm. De ervaringen met het studeren, andere studenten en docenten vielen mij erg mee. Ik hoorde er bij en durfde mezelf helemaal te laten zien. Het filosoferen met docenten, samenwerken met studenten, presenteren, het schrijven van opdrachten en reflectieverslagen. Ik kon er bij mijn nieuwe opleiding geen genoeg van krijgen. Alles wat ik las, wist ik al. Hoe gek dat misschien ook klinkt. Zo voelde het. Ik leefde helemaal op. Had onwijs veel energie en zelfvertrouwen. Dit gevoel was volgens mij precies hoe ‘een flow’ hoort te voelen.
Inzicht
Ik had al heel veel inzicht in mezelf. Op de opleiding kon ik bovendien alles, wat ik tot dan toe in het leven mocht ervaren, koppelen aan de aangeboden theorieën. Vooral ontwikkelingspsychologie en de hechtingstheorie van o.a. Bowlby gaven mij nog meer zelfinzicht. Mijn kindertijd was bijzonder eenzaam geweest. Ik constateerde dat ik onveilig gehecht was aan mijn moeder (en misschien ook wel aan mijn vader). De fysieke afwezigheid en de afwezigheid van aandacht van mijn moeder als baby en klein meisje hadden een enorme impact gehad op mijn ontwikkeling. Bovendien was zij heel onvoorspelbaar in haar gedrag. Dit inzicht kon ik thuis bij mijn moeder heel goed bespreken. Tijdens de opleiding gingen we samen weer vaak de diepte in. Samen onderzochten we mijn inzichten. Zij gaf alle ruimte aan mijn interpretaties. We spraken ook over haar ervaringen. De reden waarom ze het lastig vond mij te koesteren. Haar vertrek. De afwezigheid van haar zelfliefde. Haar ambivalentie in haar gevoel en gedrag. En de effecten en de gevolgen daarvan op mij. Haar tekort aan zelfvertrouwen en haar afhankelijkheid van anderen. Ze vertelde mij over haar eigen ontwikkeling als meisje en jonge vrouw. Ze deelde over het huwelijk met mijn vader, over haar verwachtingen en wensen. Maar ook over haar donkere sombere periode. Haar onvermogen en pijn had ik altijd al wel gezien en gevoeld. Nu konden we er als volwassenen in alle openheid over praten.
Leren door te ervaren
Naast mijn persoonlijke ervaringen kon ik de directe ervaringskennis van mijn werk ook weer op school verder uitwerken en verdiepen. Op deze manier was het voor mij heel makkelijk te studeren, theorieën en kennis te verwerken en te onthouden. Later begreep ik dat niet iedereen hetzelfde leert. Ik leer vooral door het zelf te ervaren. Bovendien denk ik, anders dan de meeste mensen, in beelden. Ik moet iets kunnen verbeelden om het te kunnen begrijpen. Nu begreep ik dat het reguliere leren voor mij lastiger was. Het onderwijs sloot niet aan op mijn manier van leren en mijn thuissituatie maakte school vroeger voor mij nog moeilijker.
Het werken binnen de GGZ beviel me veel beter dan de horeca. De horeca was fysiek zwaar en ik moest altijd snel schakelen en direct organiseren. Hier werd ik meer uitgedaagd. Ik moest observeren, aanvoelen, interpreteren, reageren en ondersteunen. Dit sloot veel beter aan op mijn kwaliteiten en passie. Ik vond het heerlijk om echt contact te maken met de mensen en ze van jong tot oud te ondersteunen bij het leven. Ieder mens had zijn eigen verhaal. Ik werkte met (ex) tbs-ers, chronisch psychotische mensen, mensen met een persoonlijkheid stoornis, een ernstige depressie of verslaving. Ik kon hier mezelf zijn en zij ook. Mijn kennis, enthousiasme en creativiteit kwamen veel beter tot hun recht.
Schaamte
Wat ik lastig vond was mijn achterstand op taalgebied. Elke student wordt als je bij een Hogeschool binnenkomt getoetst op taal. Ik maakte wel eens een grapje dat ik een analfabeet was. Natuurlijk was het niet zo ernstig, maar het was wel heel slecht. Ik kon geen normale zin, alinea of een verslag opbouwen. Mijn spelling was slecht. Ik begreep niets van de spellingsregels. Die had ik ook nooit opgepikt tijdens school. Ik was heel erg onzeker en schaamde mij ook voor mijn achtergrond. Vooral studenten die de Nederlandse taal niet als eerste taal spreken, halen deze toetsen niet. Of je moet ernstige dyslexie hebben. Dyslexie zit in mijn familie. Soms twijfelde ik of ik het misschien ook zou hebben? Mijn vriend keek elk verslag na en haalde alle oneffenheden eruit. Ik volgde taallessen en ging steeds beter schrijven. Uiteindelijk haalde ik beide taaltoetsen.
Mijn koers blijven volgen
In de zomervakantie tussen het tweede en derde schooljaar ontmoette ik een nieuwe jongen. Mijn vriend en ik waren al langere tijd niet meer zo heel erg blij met elkaar. We hadden meer een soort van broer-zus relatie gekregen. Ik voelde mij tot de ander zo erg aangetrokken dat ik het uit maakte met mijn vriend. Ik zag dit als een bewijs dat het tussen ons echt niet meer werkte. Het was lastig om het los te laten. Zijn familie was onderdeel geworden van mijn leven. Het had mij zoveel goeds gebracht. Die nieuwe jongen werd uiteindelijk mijn man. In een volgende blog hier meer over. Dolverliefd was ik. Ook dat weerhield mij er niet van te blijven presteren. Ik liet mij niet meer afleiden en bleef gedreven en gemotiveerd. Veel mensen om mij heen vonden mijn gedrevenheid wat overdreven en probeerde mij te af te remmen met opmerkingen als “een zesje is toch ook goed genoeg”. Ik vond dat echt vervelend want ik voelde mij juist heel goed. Bij elke overwinning en positief resultaat groeide mijn zelfwaardering. Het was verslavend. Eindelijk was ik ergens goed in. En was zelfs de beste van de klas. Het voelde alsof ik alle verloren tijd in één keer inhaalde. Bij mijn vader thuis werd ik ook meer zichtbaar. Ik durfde meer mee te praten over zaken die zij belangrijk vonden. Zelfs na het plotselinge overlijden van mijn moeder (waar mijn volgende blog over gaat) in 2003 met alle organisatie na afloop zoals alles opruimen, een huis verkopen en rouwen, ging ik daadkrachtig door. Ik studeerde met lof af. Voor mijn eindgesprek kreeg ik zelfs een tien. Ik had een juiste keuze gemaakt. Het HBO, de opleiding en het werk waren op mijn lijf geschreven.
Blog 8 wordt op zondag 3 september geplaatst. Mocht je herinnerd willen worden dan kan je je via mijn website aanmelden met je email adres en krijg je een notificatie als er een nieuwe blog is geplaatst
Nathalie
Geplaatst op 16:08h, 06 augustusNog altijd zo trots op jou ❤️
J bosman
Geplaatst op 20:18h, 06 augustusLieverd goed hoor (tante) jos
Renee van Wissen
Geplaatst op 22:02h, 07 augustusMooi verwoord Sirpa! Wat goed dat je zo open kunt zijn!
Liefs, Renee van Wissen