01 okt Vrijheid in verbinding: Blog 3, Mijn innerlijke breingevangenis
Wil je mijn blog luisteren in plaats lezen, klik dan hier.
Omdat ons ware zelf in relatie tot onze omgeving onvoldoende tot stand komt, hebben we dus een persoonlijkheid gekregen die via het brein met het tekort in de omgeving kan omgaan. Zo ingenieus is ons overleefsysteem. Als volwassenen identificeren we ons daarmee. Omdat onze persoonlijkheid in directe verbinding met onze omgeving is ontstaan, komt die omgeving in het verhaal dat we onszelf ‘vertellen’ vaak terug. We voelen ons van een ander afhankelijk of hebben verwachtingen (hoop). We creëren afstand of willen juist controle (macht). Vervolgens projecteren we ons verhaal en de onprettige (angst) of prettige (liefde) gevoelens die we daarbij ervaren op onze omgeving. ‘Het is jouw schuld dat ik me niet gelukkig voel. Je vindt me pas aardig en lief als ik voor jouw behoeften zorg. Als jij me aandacht geeft, voel ik me goed. Als jij mij waardeert, voel ik me waardevol. Ik trek me terug omdat ik de ander niet vertrouw. Ik mag geen fouten maken, anders word ik afgewezen. Ik neem veel ruimte want de ander geeft het niet. Ik zorg voor mezelf, op de ander kan ik niet rekenen. Als ik mijn kwetsbaarheid laat zien, dan pak je me. Maar ook, ik ben veilig en vertrouw de ander, Etc.’ Ook bij een redelijk veilig gehecht mens is het verhaal wat ze zichzelf vertellen in hun brein geautomatiseerd. Het verhaal is vaak een combinatie van automatische gedachten, gevoelens en lichaamssensaties die voortkomen uit het brein. Heel veel mensen zijn zich vaak helemaal niet bewust dat ze een verhaal onbewust in zich meedragen. En al helemaal niet dat ze door hun verhaal vertroebeld de wereld in kijken. Of zelfs door zichzelf telkens weer opnieuw het eigen verhaal te vertellen waardoor de geschiedenis zich herhaalt.
Het is belangrijk ons te realiseren dat projectie van ons verhaal op de ander (situatie of omgeving) een zeer grote verstoring binnen ons menselijke contact is. Dit noemen ze ook wel overdracht. De persoon die de projectie (aanval) ontvangt en daardoor wordt getriggerd, projecteert ook weer zijn of haar verhaal terug (tegenoverdracht). Het houdt ons gevangen in een oneindige loep van projecties (actie-reactie) en herhaling van onze geschiedenissen. Als ik voor echt en open contact ga en de verbinding juist wil bekrachtigen dan kan ik mezelf opnieuw 2 vragen stellen:
- Projecteer ik nog mijn verhaal op mijn omgeving?
- Ben ik nog gevoelig voor projecties uit mijn omgeving?
Antwoord op vraag 1
Als ik vanuit mijn persoonlijkheid beweeg, projecteer ik nog mijn verhaal. Weet je nog. Mijn persoonlijkheid loopt met haar verhaal en ‘bril’ door de wereld heen. Bovendien zet ik dan strategieën in die gepaard gaan met projecties van afhankelijkheid en verwachting. Vanuit mijn verhaal heb ik ‘mijn kameleon’ actief gehad. Ik synchroniseerde als vanzelf met de strategie van de ander mee. Ik moest aan alle verwachtingen in mijn buitenwereld voldoen waarbij ik afhankelijkheden, controle, macht en angst voelde. Aan de voorkant (mijn strategie) bewoog ik met de ander mee, maar op de achtergrond speelde mijn angst voor afwijzing altijd mee. Door mij te verbinden met de angst en traumapijn van mijn kleine meisje en mijn strategie onder de loep te nemen, kreeg ik in 2009 de verbinding met mezelf en mijn voelen terug.
Alleen wanneer ik stress ervaar of iets heel erg spannend vind, gaat mijn brein met zijn verhaal automatisch aan. Een mooi voorbeeld over projectie was dat ik altijd bang was voor paarden, omdat ze zo groot en onvoorspelbaar zijn. Ik projecteerde mijn angst voor afwijzing op het paard, hield me terug en hoopte dat het paard signalen zou geven dat ik haar kon vertrouwen. Dit gebeurde niet. Zij keerde zelfs haar kont naar mij toe. Pas toen ik eerlijk mezelf durfde te zijn, door mijn angst in verbinding te brengen en zonder er een strategie overheen te zetten, kwam ze uit haarzelf naar mij toe. Als ik het paard vertrouwen gaf door mijzelf te geven, kreeg ik vertrouwen terug.
Zo werkt het ook met mensen. Als we onszelf zonder strategie en met ons gevoel durven te laten zien, krijgen we dat ook van de ander terug. Het projecteren van ons verhaal zorgt voor zoveel verstoringen. Om nog een voorbeeld te geven als kind durfde ik nooit mijn vinger op te steken. Ik was bang dat ik het niet goed zou doen en zou worden afgewezen. Hierdoor was ik veelal onzichtbaar en hebben anderen mij niet echt kunnen zien. Als ik nu in een groep zit en iets wil zeggen, hoor ik negatieve gedachten en voel ik precies datzelfde gevoel in mijn lijf. Dat wil niet zeggen dat ik dan ook altijd mijn mond houd. Om de eerste keer hardop te spreken, moet ik vaak eerst even een drempel (van al mijn geprogrammeerde lichaamssensaties en afwijzende gedachten) over. Vooral als er veel mensen zijn. Soms komen er wel eens donkere gedachten op over een ander persoon. Meestal lukt het mij die gedachten meteen te stoppen omdat ik dat niet prettig vind.
Antwoord op vraag 2
Hoe zit het dan met projecties (aanvallen) die ik uit mijn omgeving ontvang? Op afwijzing zit nog wel mijn gevoeligheid. Ik loop niet meer waakzaam in de wereld en houd er van tevoren geen rekening meer mee. Alleen wanneer ik dus iets spannend vind, gaat mijn brein aan. Wanneer mijn brein aangaat, maak ik de weg naar binnen, voel ik wat ik voel en lukt het me vaak om mezelf weer te reguleren. Maar bij ‘een aanval’ van afwijzing die ik niet verwacht, kan ik een schrikreactie en bevriezingsrespons ervaren. Met als gevolg dat de angst mijn automatische afwijzende gedachten weer creëert en ik me niet meer uitspreek. Aanval tussen aanhalingstekens omdat de ander vaak geen bewustzijn heeft op zijn automatische strategie.
In de afgelopen 2,5 jaar heb ik in de samenleving veel afwijzende projecties gezien. Dit bleek voor mij een mooie stimulans voor een nog dieper zelfonderzoek. Omdat ik weet dat de buitenwereld een spiegel (interne projectie) is van mijn binnenwereld, stelde ik mijzelf de vraag: Waar wijs ik mezelf nog af? Voor iedereen zal het antwoord op de vraag anders zijn over hoe hij of zij de afgelopen tijd de omgeving heeft ervaren en waar hij of zij in is getriggerd.
Tijdens een sessie op zoek naar mijn afwijzing, kreeg ik contact met mijn binnenwereld. Ik zag een grote duivel die op me neerkeek. Hij voelt koud, kil en is donker. Het maakt zich groot, wijst veel van wat ik wil af en gaat op mijn rem staan. Hij is erop gericht mij zo onzichtbaar en stil mogelijk te maken en vertelt mij boodschappen als: ‘Neem geen ruimte in. Kom niet te krachtig over. Stop er maar mee. Je kunt het toch niet. Deel je gevoelens niet. Laat jezelf niet zien. Anderen vinden je teveel of lastig. Maak geen fouten. Houd je terug. Je bent niet belangrijk genoeg. Pas je aan.’ Ik heb dus vooral donkere gedachten over mezelf. Mijn duivel is een innerlijke stem die de verhalen van mijn ouders, hun projecties, maar later ook die van de omgeving in mijn brein (lichaam, gevoelens, gedachten) heeft verinnerlijkt en als spons geabsorbeerd. Anderen noemen het ook wel de innerlijke criticus. Het is een mechanisme uit het brein die door herhaaldelijke gedachten, gevoelens en lichaamssensaties mijn persoonlijkheid in stand houdt en zelfs aandrijft. Mezelf afwijzen was blijkbaar beter dan afgewezen worden.
De aanval van de afwijzende projectie van de ander kan hierdoor op verschillende niveaus (lichaam, emoties en gedachten) inhaken. Waardoor mijn eigen breinverhaal weer gaat draaien. Soms wordt de persoon of situatie door een afwijzende aanval in mijn brein als onveilig opgeslagen. Waardoor ik toch herhaaldelijk waakzaam word. Deze projectie van angst voor afwijzing op de ander, creëert dan juist weer afwijzing. En dan kom je weer uit bij dat ik mijn verhaal projecteer. Of ik nu zelf projecteer of door een ander door een projectie wordt aangevallen, het gaat nooit over de ander. Pas wanneer ik bij mezelf kan blijven, kan ik de projectie laten bij wie het hoort.
Mijn verhaal
Iedereen heeft mijn verhaal (zoektocht naar vrijheid) kunnen lezen. Daar heb ik geschreven over mijn kleine meisje en haar pijn. Een situatie waarin mijn behoeften en gevoelens er niet konden zijn. Waardoor ik mijn lichaam en gevoelens ben gaan verlaten. Als een kameleon vervloeide ik met de gevoelens en behoeften van de ander(en) en gaf precies wat er van mij werd verwacht of nodig was. Ik voelde mij afhankelijk van de buitenwereld en paste mijn gedrag aan. Eerst werd ik daarin extern door verhalen van anderen en het collectief gestuurd. Als klein meisje heb ik mezelf in de verstoringen van anderen laten zuigen en heb ik mijn ware gevoelens en behoeften verlaten. Ik ben mezelf stelselmatig gaan afwijzen met gedachten en gevoelens en dit stuurde mijn persoonlijkheid aan. De hoge spanning die door de situatie vrij kwam in mijn lijf, reguleerde ik door te eten. In de pubertijd werd dit mechanisme uitgebreid met externe aandacht van jongens, lust, roken, drugs en drank. Later ook nog met studeren en werken.
Een paar maanden geleden heb ik tijdens mijn onderzoek mijn verhaal in poppen gekleid. Super gaaf om te doen, maar ook zeer confronterend. Toen ik voelde dat ik ze allemaal gekleid had, zag ik dat ik alle strategieën, die ik in mijn omgeving waarneem, voor mezelf had gekleid. Groot en macht (De Duivel), Klein en hoop (Kleine Meisje), groot en hoop (De redder) en klein en macht (Mijn Straatmeid). De duivel zie ik als de grootste speler en aanjager die mijn oude verhaal via mijn brein, door mijn persoonlijkheid in beweging brengt. Wanneer ik erin vast raak, ervaar ik het als een bewustzijnskaping, een innerlijke breingevangenis. Zie het als een soort van hypnose. Zolang ik mezelf soms nog blijf identificeren met mijn persoonlijkheid, blijf ik gevoelig voor projecties, aanvallen en verstoringen van buiten. Maar die verstoring komt dus eigenlijk altijd van binnenuit. We hebben allemaal onze eigen breingevangenis. Hoe de ‘poppen’ zich in jouw verhaal verhouden, hoe ze eruit zien of hoe jij ze zou noemen, zal anders zijn dan die van mij.
Naast dit alles heeft mijn brein een favoriet probleem die hij telkens opnieuw vastpakt. Wanneer ik mij identificeer met het verhaal dat ‘mijn duivel’ mij influistert, ontstaat er een gevoel van minderwaardigheid. Mijn verhaal en de ‘poppen’ spelen vervolgens hun script. Hierdoor was ik soms dagelijks met mezelf in conflict. Dit overleefmechanisme onderdrukt mijn ware zelf en kracht. Waardoor ik mijn hele leven geregeld een energielek had. Als ik dan terug kom op mijn onderzoek en vraag, waar wijs ik mezelf nog af, dan is deze innerlijke ‘duivelse’ groot-klein dynamiek van mijn persoonlijkheid zeer destructief.
We spelen in het gezamenlijke spel, wat in mijn ogen net zo destructief is, allemaal ons eigen script. Voor mijn gevoel ben ik daarom aangekomen bij de volgende fase van mijn bevrijding, de bevrijding uit mijn eigen breingevangenis. Hoe ik naar deze bevrijding kijk, deel ik in de blog dat gaat over ons vrije hart, maar eerst leg ik verbanden met het gezamenlijke spel en onze collectieve traumavelden. Wat er zich in mij afspeelt, zie ik niet alleen bij anderen, maar ook in het collectief. Ik verwacht de volgende blog over ongeveer twee weken. Wil je een notificatie krijgen, schrijf je dan in voor de nieuwsbrief. Je krijgt dan in de mailbox een mailtje met mijn nieuwe blog.
Warme groetjes,
Sirpa
De Vrije Kameleon
devrijekameleon.nl
Vrijheid in verbinding 3: Mijn innerlijke breingevangenis | Brongenoten
Geplaatst op 10:22h, 12 oktober[…] devrijekameleon.nl Wil je mijn blog luisteren in plaats lezen, klik dan hier. […]
Anna
Geplaatst op 21:02h, 13 oktoberHet was een partijtje van herkenning, wat je schrijft, zeg. Dank je voor het delen!